1. d4 Pf6: Wit speelt zijn damepion naar d4, controleert het centrum en bereidt de ontwikkeling van zijn paard voor. Zwart reageert door zijn koningspaard te ontwikkelen, oefent druk uit op het witte damepion en controleert het centrum.
2. c4 c5: Wit breidt zijn controle over het centrum uit met het loperpion, daagt zwart uit hetzelfde te doen. Zwart reageert door zijn dame-loperpion vooruit te spelen, waarmee hij de centrale structuur van wit uitdaagt.
3. d5 e6: Wit speelt zijn damepion vooruit, sluit het centrum en streeft naar ruimtewinst. Zwart reageert door te proberen het centrum te doorbreken en zijn positie te bevrijden.
4. Pc3 exd5: Wit ontwikkelt zijn loperpaard, ondersteunt zijn centrale pion en bereidt zich voor om terug te nemen. Zwart slaat de pion op d5, in een poging de spanning in het centrum op te lossen.